Er was eens...
Onderstaand lees je het sprookje uit de les filosofische aspecten van veroudering. Hierin zijn drie filosofen verwerkt met hun mening over veroudering. Wil je weten wat er nog meer in de lessen gebeurd? Of welke lessen we nog meer hebben? Lees dan het eerste weekoverzicht, alles over week 11!
‘Er was eens een oude sombere man genaamd Schopenhauer. Hij zag het leven als een hel. Terwijl zijn paar vrienden het ouder worden als iets negatiefs zagen, zag Schopenhauer de voordelen er wel van in. Steeds meer besefte hij hoe onbenullig en ondraaglijk het leven eigenlijk is. Zijn grootste plannen van vroeger zijn allemaal vervlogen. De hoge verwachtingen van het leven die hem waren beloofd hebben hem teleurgesteld. Als enig positief puntje in deze negativiteit vindt Schopenhauer zijn wijsheid. N
aar mate de jaren toenemen voelt hij zich verstandiger worden. Op een dag zag Schopenhauer een poster hangen van een gemaskerd bal. Even twijfelde hij, zal ik gaan? Of blijf ik weer lekker thuis vanavond? Schopenhauer besloot om te gaan, wat he ik te verliezen dacht hij. Eenmaal thuis ging hij opzoek naar zijn masker. Als het goed is ligt die nog op zolder. Na uren zoeken heeft hij zijn masker gevonden, een douche genomen en zijn netste pak uit de kast gehaald. Eenmaal aangekomen op het bal ziet Schopenhauer een paar oude vrienden staan, vroeger is deze vriendschap stuk gelopen. Deze twee vrienden werden steeds enthousiaster over hun toekomst. Terwijl Schopenhauer zelf steeds verder wegviel in een zwart gat van negatieve gedachtes. Schopenhauer besluit om toch even langs te gaan bij zijn oude vrienden Nietzsche en Kierkegaard. Schopenhauer merkt dat de positiviteit van het leven nog steeds aanwezig is bij zijn oude vrienden. Terwijl hij met ze praat merkt hij dat zijn eigen positiviteit toeneemt. Hij moet zijn ervaringen van vroeger gebruiken om nu verder te komen in het leven. Hij zet zijn masker af, gooit het weg en beseft dat hij net zoveel waard is als ieder ander. Alle negativiteit van alle jaren is in één klap verdwenen. Het leven is geen hel, het is een geschenk. Met deze gedachte blijvend in zijn hoofd leefde Schopenhauer nog lang en gelukkig.’